volledige dichtgroei door
GreentoColour® denkt vanuit de kosten van beheer. Het onderhoud blijft overzichtelijk door niet te werken met mengsels (meerdere soorten per vierkante meter) of beplantingen met open ruimtes. Er wordt gewerkt met een speciaal sortiment vasteplanten die moeten voldoen aan onderstaande 21 strenge voorwaarden. Ongeveer 125 vasteplanten zijn getest en bruikbaar bevonden.
De 21 voorwaarden
Maaibaar
GreentoColour® denkt vanuit de kosten van het beheer en probeert het beheer zo eenvoudig mogelijk uitvoerbaar te maken. De dure eerste onderhoudsbeurt aan vasteplanten vakken, traditioneel met het schaartje op de knieën per soort netjes op de juiste hoogte terugzetten en meteen het eerste onkruid meenemen, staat menigeen nog voor de geest.
Met het introduceren van ‘maaien/mulchen/mesten’ was dit over en is de eerste beurt heel simpel geworden. Er kan begonnen worden met maaien als er een paar centimeter gewas op de planten staat en er kan niet meer worden gemaaid als er ca. 15 cm ontwikkeld is.
Behalve de juiste machine moet het gebruikte sortiment natuurlijk ook geschikt zijn. De grootste vergissing is dat GreentoColour® of ‘het Griffioensysteem’ alleen bestaat uit het afmaaien van planten. Iedere soort die in het concept meedoet, moet voldoen aan alle 21 voorwaarden, waarvan ‘maaibaar’ er slechts één is.
Zo is, vanwege de groei, een aantal bodembedekkers ongeschikt, bijvoorbeeld omdat ze te fijn zijn om te kunnen maaien. Denk dan aan Ajuga, een groot aantal Geraniums, kruipende Phlox, Helianthemum, etc. Ook bij hoog groeiende soorten, zoals Delphinium, die een holle steel maken, is kortmaaien een probleem. De plant zal van binnenuit verrotten als de holle steel vol water loopt.
Anderzijds is er een, wellicht, verrassende hoeveelheid soorten die je wél kunt maaien, wat op de kwekerij volop gebeurt met artikelen voor de tuincentrummarkt, maar die niet aan de andere voorwaarden voldoen. Zo is Echinacea purpurea en purpurea ‘Alba’ heel goed te maaien en in principe zouden alle nieuwe, moderne Echinacea’s dat ook moeten verdragen, alleen zijn die vrijwel zonder uitzondering genetisch kortlevend en voldoen niet aan de eis van lange levensduur.
Snel uitlopend na het maaien
Nadat er is gemaaid en gemulchd, moeten de vasteplanten uit GreentoColour® heel snel weer uitlopen. Immers: als een paar vierkante meters te traag terugkomen, zal de burger niet begrijpen dat de hond daar niet in mag.
Ook voor het onderhoud blijkt laat uitlopen een probleem te zijn. Minder vakkundige mensen zullen denken dat bij een laat soort er ‘niets’ staat en de boel wordt afgeschoffeld. Een heel mooie, nieuwe Geranium is om deze reden dit voorjaar in onze testtuin gesneuveld. Het voldoet niet aan één van de 21 voorwaarden: hij loopt te traag uit.
Veel bladmassa
Binnen GreentoColour® is het de bedoeling dat de bodem volledig bedekt raakt met vasteplanten en daarmee het onkruid wordt onderdrukt of verstikt. Consequent schoonhouden geeft een steeds lagere onkruiddruk. Het is bij GreentoColour® dan ook zaak om niet ‘aan te brengen en te onderhouden’, maar ‘aan te brengen en dicht te laten groeien’. Anders gezegd: liever een zak mest dan een extra schoffel.
Waarom willen we die, snelle, dichtgroei? Drie redenen:
- Kort na aanplant, als het gewas nog open is, zal de temperatuur van de bovengrond op een zonnige, droge dag kunnen oplopen tot in de 60 graden Celsius. Plantaardig eiwit gaat bij ca. 45 graden stollen; de planten staan in een vijandige omgeving en zullen voorlopig niet verder groeien. Door snel bladmassa te ontwikkelen ontstaat een microklimaat; de planten houden elkaar in de schaduw en de groei gaat gestaag door. Precies wat we willen voor een gezonde, stugge beplanting.
- Uit de praktijk merken we dat het publiek, de bewoner, beplantingen met vasteplanten die snel sluiten heel goed respecteert; men blijft er uit. Door vlot veel bladmassa te laten zien, wordt dit proces versterkt. De beplanting wordt heel snel als waardevol ervaren en er ontstaat in veel gevallen zelfs sociale controle.
- De meest voor de hand liggende reden: de onderdrukking van het onkruid. Hoe dichter een beplanting staat, des te minder kans maakt onkruid(zaad) om zich te ontwikkelen. Andersom: een open beplanting, op welke ondergrond ook, is ooit een keer aan de beurt met een oplopende onkruiddruk.
Het maaien en mulchen zorgt ervoor dat de planten na de eerste keer uitlopen dit voor een tweede keer gaan doen en dan eerst veel blad gaan maken. Het maaien is dus niet alleen een schoonheidskuur, maar maakt de traditioneel dure eerste onderhoudsbeurt een heel stuk goedkoper.
Snel dichtgroeien
Na het maaien/mulchen in maart of april, dat hangt af van het weer, moet een GreentoColour® soort heel snel weer uitlopen. Het gaat echter niet alleen om het snel uitlopen, maar ook om het snel dichtgroeien. Een GreentoColour® soort wordt daarom ook geselecteerd op een weelderige bladmassa. We willen immers onkruid onderdrukken. Nieuw opgezet zijn proeven met soorten met zo groot mogelijk blad om te testen of deze onkruid totaal zullen overgroeien.
Traag uitlopen en goed dichtgroeien is niet goed, aan beide voorwaarden moet worden voldaan. Er zijn soorten die pas in juni uitlopen, dat is te laat.
Langlevend
Vaak wordt gedacht dat vasteplanten het in de openbare ruimte ongeveer 7 tot 10 jaar zullen uithouden. Soorten ‘verdwijnen’, raken overwoekerd of overleven een strenge winter niet. De bedoeling van een beplanting met vasteplanten volgens GreentoColour® is een levensduur die vergelijkbaar is met heesters.
Vasteplanten verouderen gaande de leeftijd. De oplossing is het continu in eerstejaarsstaat houden van de planten. Dit wordt bereikt door het extreem kort maaien (hoger maaien dan 1 cm en maaien als er nog niets uitgelopen is, doet niets aan het verversen van het gewas).
Bij het kort maaien wordt de tweede serie ondergrondse knoppen geactiveerd, waardoor de beplanting kort, jeugdig en bossig blijft.
De beplanting van dit project is inmiddels tientallen jaren oud.
Winterhard
Er is een verschil tussen ‘winterhard’ en ‘meerjarig’. Winterhard wil zeggen dat een plant in ons klimaat een temperatuur van -20 graden moet kunnen overleven. Meerjarig is een genetische term die slaat op het terugkomen van een plant na de rustperiode in de winter.
De laatste 10 jaren leren ons dat de winters onvoorspelbaar zijn en dat er uitschieters naar heel lage temperaturen voorkomen.
Om die reden houdt GreentoColour® voor het sortiment -20 graden als veilige temperatuur aan. Zelfs groenblijvende planten zoals Carex, Liriope en Bergenia kunnen hier tegen.
Goed beeld in de winter
GreentoColour® planten moeten een goed winterbeeld hebben. Dit is visueel en ook functioneel noodzakelijk. Het is namelijk belangrijk dat in de winter boven de grond plantmateriaal zichtbaar blijft.
Kale plekken in een beplanting nodigen uit tot betreden door mens en dier (honden). Daarom doen soorten die een periode helemaal kaal zijn in GreentoColour® niet mee. Ongeacht hoe mooi ze in de zomer zijn.
Gedrongen groei
De planten binnen het GreentoColour®-vasteplantenconcept dienen elkaar niet te beconcurreren. Hiertoe is het belangrijk dat ze van zichzelf al een redelijk gedrongen groei hebben.
Een belangrijk onderdeel van het onderhoud van de planten binnen het concept is het maaien, mulchen en mesten in maart. Door het kortmaaien (pas uitvoeren als het gewas 10-15 cm is uitgelopen) activeren we de zgn. adventiefknoppen van de planten, waardoor de beplanting steeds teruggebracht wordt in een juvenile fase.
Het traditionele opnemen na vijf jaar, het scheuren en herplanten komt hiermee te vervallen. Een bijkomend voordeel van het maaien is dat de vasteplanten een meer compacte vorm aanhouden.
Niet verstikken
Het concept GreentoColour® gaat uit van een zo laag mogelijk niveau aan kosten van beheer. De voorwaarden daarvoor worden bij het ontwerp bepaald. Immers, de sortimentskeuze voor een bepaalde plaats is mede doorslaggevend voor het sluiten van de beplanting in korte tijd.
De vraag komt wel eens op of de snelgroeiende soorten die binnen GreentoColour® gebruikt worden, elkaar niet verstikken en een vak op een zeker moment niet meer uit, bijvoorbeeld negen, maar nog slechts drie soorten bestaat. Het antwoord ligt in het maaien in het vroege voorjaar. Door de beplanting zo diep terug te maaien als voorgeschreven, zal iedere plant weer ‘opnieuw’ aan de groei gaan en keurig netjes op zijn plaats blijven. Verstikken komt dus niet voor.
Dit is ook de reden waarom geen gemengde beplanting wordt toegepast. Immers: vrijwel geen enkele soort groeit even snel als het andere, waardoor bij gemengd planten (meerdere soorten per vierkante meter) op een zeker moment altijd een soort de overhand krijgt.
Het is dan noodzakelijk om per plaats per plant te bepalen wat geknipt, verwijderd of geholpen moet worden. Zeker bij de onmogelijkheid om, gezien de kosten, een hoog onderhoudsniveau te borgen lopen dergelijke beplantingen in de praktijk al snel terug wat ‘menging’ betreft. Jammer, gezien de vaak prachtige combinaties.
Met de organisch getekende plannen van GreentoColour® kan dit probleem niet optreden en blijft het ontwerp vele jaren lang wel in stand.
Droogtebestendig
Bij presentaties wordt vaak de vraag gesteld hoe het zit met water geven. Soms zien we bestekken waarin, al dan niet optioneel, water geven vermeld staat.
Moet het nu wel of niet? Het antwoord is als volgt: GreentoColour® beplantingsplannen zijn zodanig gemaakt, dat water geven onnodig moet zijn. Dit betekent dat als de juiste plant op de juiste plaats staat, er geen water nodig is. Ook hier wordt aan de ‘tekentafel’ bepaald wat het niveau aan onderhoud zal zijn.
Er zijn zelfs argumenten tegen water geven:
- Een plant moet, om zich goed te kunnen handhaven, aan het werk en zelf in de bodem op zoek gaan. Door water te geven, maken we de plant lui. Hij zal bovenin de bouwvoor blijven hangen en niet gedwongen worden met de wortels de diepte in te gaan. Op zich, als je consequent water zou geven, is dat niet zo erg, maar als je het regelmatig doet en je stopt er mee, zal de beplanting daar erg onder lijden.
- Een tweede argument ‘tegen’ is de uitwisseling van lucht met de ondergrond. ALS je water geeft, moet het zoveel zijn dat een ‘pakket’ aan water tot diep in de wortelzone zakt. Hiermee wordt, als ware het een luchtpomp, lucht uit de grond geduwd. Met het zakken van het water ontstaat ruimte voor verse lucht. Regelmatig kleine hoeveelheden geven zorgt onder bepaalde omstandigheden voor een afsluitend laagje in de bovengrond, het is te weinig om veel meer te doen dan het blad te koelen, maar sluit de ondergrond af. Niet doen, dus.
Wanneer dan wel water geven?
Hoogst uitzonderlijk, als in het voorjaar in een hete, droge periode is geplant kan één keer een flinke gift water nuttig zijn om de boel aan de gang te krijgen. Als dat eenmaal het geval is: stoppen om bovenstaande redenen.
Soorten die binnen GreentoColour® gebruikt worden, moeten dus voldoende bestand zijn tegen droge omstandigheden op de plaats waar ze staan.
Hittebestendig
Eén van de voorwaarden waar een plant in GreentoColour® aan voldoen is het bestendig zijn tegen hitte. Als je tussen jonge planten, heesters of vasteplanten, kort na het aanbrengen op een hete dag eind mei of in juni een thermometer zou leggen, meet je makkelijk 60/65 graden Celsius! Ook langs de rijbaan, klinkers of asfalt, kan het heel heet worden. Plantaardig eiwit stolt vanaf ca. 44 graden.
Dit betekent dat de jonge planten die in een vijandige omgeving staan overgaan op ‘overleven’ en pas begin september weer wat gaan groeien. Naast de selectie op bestendigheid tegen deze omstandigheden, zorgt de voorwaarde ‘snel dichtgroeien’ voor een lagere temperatuur van de bodem en een vitaal gewas.
Zoutbestendig
Een standaard vraag bij het werken met vasteplanten langs de rijbaan betreft het strooizout. Ondanks het nauwkeurig strooien van tegenwoordig zit de angst voor schade bij veel beheerders er nog altijd in. Schade kan met name verwacht worden in soorten die wintergroen zijn, ordinair ‘verbranden’ en bij soorten die heel oppervlakkig wortelen met dunne wortels.
Gelukkig is er een flink sortiment dat deze ‘belasting’ probleemloos doorstaat. Naar de ervaringen van de afgelopen tien jaar kunnen we dan ook rustig vaststellen dat zout voor de beplanting geen probleem hoeft te zijn.
Pas echter op bij het hanteren van lijsten met ‘geschikte soorten’. Hierop worden vaak soorten genoemd die niet dichtgroeien, niet winterhard zijn of kort leven om andere redenen. De praktijk is de beste leermeester. Zo hebben wij onder andere al lang geleden ontdekt dat Hemerocallis zich uitstekend ontwikkelt op plekken waar flink gestrooid wordt.
Juiste bloeitijd
Bij het bespreken van een nieuwe opdracht luidt steevast de vraag: is er een voorkeur voor een kleur of zijn er specifieke wensen, zoals het juist wel óf niet (dat komt ook voor!) gebruiken van grassen.
In de praktijk willen de meeste opdrachtgevers een ‘mooie bos bloemen’, waarmee we graag aan de slag gaan.
Soms zijn er wél wensen, bijvoorbeeld een beplanting die uit één of twee soorten bestaat. Voor de bloeitijd kan dit een probleem geven: veel vasteplanten bloeien tussen twee (bijv. Iris) en ca. zes weken, wat andersom betekent dat ze zesenveertig weken niet bloeien.
Om een langdurige kleurig effect te bereiken, mogelijk vanaf half maart tot het laatste bloemetje begin december, moeten we met een breder sortiment per project werken.
Veel vasteplantenborders zijn op hun mooist in augustus en september. Voor die periode is er ook veel keuze in soorten, maar bij GreentoColour® willen we ook in april, mei en juni (zie foto) kleur bieden. Heesters bieden in het tweede deel van de zomer geen voedsel meer aan insecten.
Om die reden is één van de 21 voorwaarden voor een GreentoColour®-soort de juiste bloeitijd, passend in een schema met mogelijk acht tot negen maanden per jaar een fleurig aanzicht.
Bestand tegen natte omstandigheden
Het is duidelijk dat het weer extremer aan het worden is. Lange droge perioden worden afgewisseld met extreme nattigheid. Een goed voorbeeld is het jaar 2015, waarin een koud en droog voorjaar werd gevolgd door een droge en warme zomer. September en oktober brachten veel neerslag, met dit jaar als positief gevolg dat in deze maanden een groei-explosie is opgetreden.
Als extreem veel regen in de periode juni tot en met augustus valt kan in vasteplanten schade optreden. Om te beginnen, in het algemeen, gebeurt dit als de planten meer dan 24 uur met de wortels in het water staan. Meestal wordt dit veroorzaakt door onvoldoende grondbewerking, met als resultaat dat de planten kunnen gaan afsterven of, in ieder geval, een tijd ‘uit de groei’ zijn.
Sommige soorten, zoals Nepeta rac.‘Grog’, hebben al zonder met hun voeten in het water te staan moeite met veel vocht. In Iris germanica ontstaat gemakkelijk rot in de rhizomen, Pachysandra valt ten prooi aan Phytophthora, en andere soorten, waaronder Pulmonaria en Helleborus, verrotten eenvoudig. Ondanks de sierwaarde van dit soort planten passen ze daarom niet in de sortimenten die in GreentoColour® gebruikt worden.
Weerstand tegen betreden
Eén van de 21 voorwaarden waar een ‘GreentoColour®-plant’ aan moet voldoen is enige weerstand hebben tegen betreden.
Dit hoeft niet altijd uit vernielzucht te zijn: een glazenwasser die één keer in de zoveel weken zijn ladder tegen de muur moet zetten, mag ook geen blijvende schade veroorzaken.
Waar mogelijk tekenen wij naast een haag een kniprandje met een betreedbare soort. Er is altijd een groene oplossing mogelijk!
Waar ‘betreden’ echt om gaat zijn soorten die in de loop van de zomer bros en breekbaar worden. Een voorbeeld hiervan is Calamintha, een soepel gewasje tot einde juli. Na die tijd breekt het heel makkelijk bij de grond af. Deze past daarom niet in het sortiment.
Gezond blijvend
De ouderwetse ‘gewasbescherming’ uit het verleden is natuurlijk niet meer van deze tijd. Om die reden worden binnen GreentoColour® alleen soorten gebruikt die jarenlang gezond blijven.
Onder ‘gezond’ verstaan we dan niet alleen weerstand tegen aantastingen als meeldauw, roest en andere schimmelaantastingen, maar ook tegen slakken, rupsen en andere vretende insecten.
In de praktijk betekent dit dat we bepaalde groepen planten niet gebruiken in onze ontwerpen.
Iedereen weet dat Hosta’s en slakken niet goed samen gaan (hoewel de slakken daar anders over denken…). Heuchera’s worden opgevreten door de larve van de lapsnuitkever, Aquilegia is een slachtoffer van rupsen. Ook grassen waar gemakkelijk roest in komt laten we weg en planten die schade ondervinden van meeldauw eveneens.
Luizen is een minder groot probleem. In een gezonde beplanting worden die op een zeker moment bestreden door o.a. lieveheersbeestjes.
Gezond blijvend is één van de 21 voorwaarden waar een GreentoColour®-soort moet voldoen.
Bestand tegen honden
Niet zelden vraagt een opdrachtgever bij het ontwerpen rekening te houden met honden. We zouden eerder moeten zeggen: met eigenaren van honden, want daar zit het probleem.
Voor de duidelijkheid: er zijn geen soorten vasteplanten waar honden een dermate grote hekel aan hebben, dat ze er niet, al spelend of aan de riem, doorheen willen lopen. Het probleem zit dus niet in de keuze van het sortiment, maar in het ‘sociaal onaantrekkelijk’ maken van het beschadigen van beplanting.
Er is een aantal manieren:
- Bijvoorbeeld op plaatsen waar veel honden uitgelaten worden, de vasteplanten aanbrengen op het moment dat ze snel bloeien, mooi worden. Vaak is dat wat later in het voorjaar, dus bewust wachten met planten. Het ‘respect’ voor de beplanting ontstaat dan vanzelf.
- Een andere mogelijkheid is het planten van heel rijkbloeiende soorten langs het trottoir, waar een opmerking van een buurtbewoner al kan helpen om de lijn kort te houden: sociale controle.
- Ook belangrijk is één van de 21 voorwaarden waar een GreentoColour®-plant aan moet voldoen: snel uitlopen na het maaien. In de praktijk is gebleken, dat soorten die pas een aantal weken na het maaien in maart weer uitlopen, vaak het slachtoffer worden van honden. Mens en dier zien geen gewas staan en dat is dan een vrijbrief om er doorheen te gaan.
- Hopeloos zijn natuurlijk de situaties, ook praktijk, waarbij hondenbezitters ballen in de beplanting gooien of toestaan dat er gegraven wordt. Lekker in de losse grond en dan de kluiten bovenop laten liggen. Heet dat niet, om in stijl te blijven, de kat op het spek binden?
Hoe dan ook: een snel verkregen fleurig beeld levert respect op en zorgt voor merkbaar minder schade.
Bestand tegen konijnen, meeuwen, duiven; vraat en andere belagingen
Hoe jammer van de prachtige planten, soorten die niet succesvol kunnen zijn, wel mooi voor de particuliere tuin, passen niet altijd in de openbare ruimte. Een voorbeeld is rupsenvraat.
In Aquilegia komen bijvoorbeeld (en ook helaas) heel vaak rupsen voor, die in één dag een plant van beneden naar boven kaalvreten. Wat overblijft is een geelgroene stengel. Dit wordt niet herkend als sierplant.
Bestand tegen afwaaien of afbreken
Planten die in GreentoColour® zijn opgenomen, moeten aan 21 door ons geformuleerde voorwaarden voldoen. Eén daarvan is ‘afwaaien’.
Een korte uitleg: er zijn vasteplanten die in de eerste fase, tot ca. half augustus, kruidachtig zijn. Daarna vindt een verhouting plaats en worden ze min of meer breekbaar.
Een voorbeeld daarvan is Calamintha nepeta, die je soms, als ze op de verkeerde plek zijn gebruikt, afgebroken op een hoop gewaaid ziet liggen. Dicentra spectabilis kan daar ook last van hebben, deze plant maakt soms een heel zware pruik blad, maar staat op één breekbare stengel. Ook bij dit soort kan het afwaaien voorkomen.
Het treedt weliswaar niet vaak op, maar op een talud of ‘om de hoek’ van een gebouw kan het een probleem zijn. Om die reden doet een aantal soorten niet mee, waaronder, inderdaad de twee bovengenoemde.
Herkenbaar t.o.v. onkruid
In de maand mei is het van belang extra aandacht te geven aan het onderhoud. Weliswaar begint de groei in de planten te komen en gaan ze sluiten, maar het is zaak om juist in deze maand met een heel korte frequentie alert te blijven. Nu leggen we de basis voor een comfortabel onderhoudsseizoen!
Het is soms moeilijk om het verschil te zien tussen onkruid en vasteplanten. Twee klassiekers die qua herkenbaarheid genoemd moeten worden:
- Kweek: Wees en blijf alert hierop in ‘grasgelijkende’ vasteplanten, zoals Hemerocallis. Té vaak stellen we vast dat dit over het hoofd gezien wordt.
- Kruipende boterbloem: We zien deze vaak nog in Geranium staan. Vooral in mei lijkt het blad erg op elkaar. Let daar op!
Griffioen heeft een onkruidkaart ontwikkeld met beelden van zaadonkruiden en wortelonkruiden t.b.v. de herkenning van onkruiden en informatie over het voorkomen en verwijderen van onkruid.
Niet giftig
Een belangrijke voorwaarde waar een plant in GreentoColour® aan voldoet is het niet-giftig zijn. Het GreentoColour®-concept wordt rijkelijk toegepast in het openbaar groen waar mens en dier vrij toegang hebben.
Het is daarom van groot belang dat zowel blad, bloem en eventuele vrucht van de gebruikte vasteplanten niet giftig zijn voor gebruikers van de openbare ruimte.
Voordelen GreentoColour®
1. Volledige dichtgroei (onkruid, zwerfvuil)
2. Snel resultaat (dicht na eerste zomer)
3. Biodiversiteit
4. Laag onderhoud en lange levensduur
5. Door snel eindbeeld geen vernieling
Voorwaarde voor resultaat binnen één jaar, en daarna ruim 30 jaar plezier, blijft een doordacht, samenhangend plan van sortiment, aanplant, bemesting en onderhoud.
Adres
Griffioen Wassenaar BV
Insteek 54
2771 AB Boskoop
Leveringsvoorwaarden
Disclaimer en privacybeleid
©2023 Griffioen Wassenaar